dinsdag 18 juni 2024

Maandag 17 juni – dag 10: Venetië

We zitten hier aan het water, en dat heeft naast de gezelligheid van af en toe een ‘reisje naar de Rijn’-bootje ook een minder leuke kant. Het stikt hier ’s avonds namelijk van de muggen. Van die gemene kleine steekbeestjes. Ik zie er nu uit of ik de mazelen heb (nee, niet gevaccineerd, dat was er nog niet toen ik jong was). Maar goed, hoort bij het buitenleven zullen we maar zeggen.

Het was een rustdag voor ons. Al dagen achter elkaar waren we in touw geweest, we waren toe aan een dagje niets. Veel te vertellen valt er dus ook niet. Of het moet zijn dat de ontzettend luidruchtige, schreeuwende Italiaanse familie aan de overkant van ons pad vanmorgen godzijdank vertrok. Zij pasten gewoon niet op dit rustige terrein. Twee vaders, een opa, een moeder en drie jonge kinderen van naar schatting tussen de 2 en 6 jaar oud. Middenin de nacht renden ze nog rondjes om de tent. Af en toe werd er een bord eten met een mobieltje erbij voor hun neus gezet, filmpje kijken en eten was het devies. Ze aten niet gezamenlijk, zoals je altijd in die gelikte reclames ziet, met la mamma in de hoofdrol, maar allemaal apart op andere tijden. Maar tegelijkertijd voelde het wrang: de drie kinderen waren ook thuis overgeleverd aan deze vreselijke schreeuwpartijen en grenzeloosheid. Je kon uittekenen hoe het met die kleintjes af zou lopen.

Aan het eind van de morgen deden we een paar boodschappen in Mira, het dorpje om de hoek. Er was daar kort geleden een derde grote supermarkt geopend: de PAM. De Lidl en de Max hebben daar een forse concurrent aan! Een hele ruime, schone winkel met een enorm assortiment. We haalden zowel bij de Lidl als bij de Pam wat voor het ontbijt en het avondeten, na drie avonden bediend te worden wilden we toch wel weer eens zelf koken. Dat is met kamperen toch ook een beetje de lol.

Verder deden we weinig. We lazen wat, ik schreef wat, Bert probeerde een dutje te doen in de tent maar werd er zowat gekookt dus hij was er al snel klaar mee. Want ja, het is warm. Heel warm. En ons lijf is er gewoon nog niet aan gewend. Aan het eind van de middag kwam er een auto aanrijden waar een gezin met drie opgroeiende kinderen uitrolde. Ze haalden zo’n 85 tassen en kratten uit de auto, zetten het op de grond en gingen middenin die chaos gezellig soep zitten eten. Gewoon op de grond, zoals wij dat vroeger ook deden. Na een uurtje kwam de tent eraan te pas, en toen die eenmaal stond mikten ze alle tassen en slaapmatjes gewoon naar binnen. Klaar! De uitvinding van de tunneltent is voor veel mensen toch een uitkomst, je kunt ze zelfs in de supermarkt al voor een paar tientjes kopen en zo kun je met een heel gezin een betaalbare vakantie hebben.

Je hoeft in het algemeen maar om je heen te kijken en je ziet de verhalen binnenstromen. Nu heb ik er al veel van op het blog gezet, maar deze ontbrak nog: op de boot, twee dagen geleden, heb ik me kostelijk vermaakt met een jongen die om de haverklap z’n telefoon pakte. Dat feit op zichzelf is niet bijzonder, maar wel dat hij hem in zijn achterzak probeerde te wurmen terwijl hij vergat dat hij zijn jack om zijn middel had geknoopt. De eerste keer denk je ‘ach’, de tweede keer ‘kan gebeuren’, maar bij de vijfde keer werd het toch wel erg grappig. Nu ik het opschrijf is het trouwens veel minder leuk dan toen ik het zag.

’s Avonds gingen de muggen massaal in de aanval. Je moet een litertje of 10 deet meenemen, want ze prikken je waar ze maar kunnen. Om dat geprik een halt toe te roepen spuit ik me vanaf nu in met een flinke hoeveelheid Deet. Je moet toch wat. Kijken of het wat Doet.


Omdat ik verder geen foto's heb van deze dag
maar een plaatje van de nieuwe luifel die aan onze tent vastgeritst is.
Gigantisch veel leefruimte hebben we nu! 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Leuk als jullie hier een reactie achterlaten!