vrijdag 21 juni 2024

Woensdag 19 en donderdag 20 juni – dag 12 en 13: Venetië/Venetië – Peveragno

Twee voor de prijs van één vandaag. Het is tenslotte woensdag, gehaktdag: dan krijg je ook altijd voordeel bij de slager.


Woensdag 19 juni – dag 12

Een laatste dag op de heerlijke plek van camping Serenissima. Een luie dag ook, morgen staat ons een lange rit te wachten dwars door Italië. We deden de was, raakten langdurig aan de praat met landgenoten met ook een onderwijsachtergrond, lazen wat en lieten alle indrukken van deze week goed op ons inwerken. Zeven dagen hebben we hier gestaan, en hoewel het een gewone camping is, zonder sterallures met naast grotere en kleine tentjes ook veel campers en caravans, vonden we het er weer erg prettig. Voor de laatste keer aten we in het restaurantje, dat eerlijk gezegd nu wel wat veel van hetzelfde was. Maar goed, ter afscheid helemaal prima. De temperaturen waren opgelopen tot boven de 30 graden, de luchtvochtigheid tot 95% dus hoogste tijd om wat koelere oorden op te zoeken. Dat gaat morgen gebeuren. Venedig, ich muss dich lassen… (vrij naar een oud afscheidslied over Innsbruck van Heinrich Isaac, uit vermoedelijk 1495)


Donderdag 20 juni – dag 13

Vroeg opstaan, hadden we afgesproken, zodat we niet in de hitte alles zouden moeten afbreken. Wat denk je: vergeten de wekker te zetten. Dus werd ik pas om acht uur wakker. Tja, dan moet er nog koffie gezet en gedronken, alles bij elkaar gezocht, opgerold en ingepakt. Dat ging redelijk vlot, maar al gauw liep het zweet in straaltjes van onze rug. De buren zagen het eens aan, en toen we bijna alles in de auto hadden boden ze ons een kop koffie aan. Stroopwafeltje erbij? Ja graag. Ach, we hadden de tijd, dus gezellig. En het werd zo gezellig dat we uiteindelijk pas om 12 uur wegreden, nadat we ook nog snel een paar boodschappen hadden gedaan in Mira.

Het was een drukke weg, richting Milaan, vergeven van vrachtverkeer. Dezelfde weg hadden we vorig jaar ook gereden, maar toen hadden we ook nog noodweer onderweg en gelukkig bleef ons dat bespaard. Een uur of zes zouden we erover doen, en pas op het laatst werd het wat rustiger.

Gisteren hadden we twee potentiële campings uitgezocht in het gebied Langhe, in het zuiden van Piemonte. Ze lagen op een uurtje rijden van elkaar, dus als de een niets was konden we de andere opzoeken. De eerste, Viora, was zo gelegen dat je vanaf het terrein altijd zeker een half uur kwijt was voor je uit het bochtige weggennet van het laaggebergte bevrijd werd. Maar als het nu heel erg mooi was allemaal namen we dat voor lief. Eigenlijk zagen we het al toen we er aankwamen. Een langgerekt terras, de tenten behoorlijk dicht op elkaar, allemaal Nederlanders. Het was alleen toegankelijk voor tenten – de bezitters daarvan dan uiteraard. De aanwezigen waren zo te zien enorm enthousiast dat er nieuwe landgenoten in aantocht waren, en ze hadden zich al verzameld om ons welkom te heten. En om ons te wijzen op het feit dat de auto bovenaan moest blijven staan, na uitladen, dat wel. En dat dat wel lastig voor ons zou zijn, dat hele stuk omhoog lopen. En dat we ons eerst bij de receptie moesten melden. Pfff…Er bekroop ons een onbestemd, behoorlijk benauwend gevoel. Wilden we dit? Nee. Iedereen zou ons op de vingers kijken, ons gevraagd maar vooral ongevraagd van commentaar voorzien…laat maar. Bovendien was het een camping waar kinderen niet welkom waren, terwijl die juist overal voor de nodige levendigheid zorgen. We bedankten vriendelijk voor alle aandacht, keerden de auto en reden weg. Door naar de andere plek, Il Melo onder het stadje Cuneo, in het dorpje Peveragno.

Het was al wel laat toen we daar aankwamen, 19.00 uur om precies te zijn. De zon had plaatsgemaakt voor zware bewolking, er hing regen in de lucht. We mochten zelf rondrijden en een plekje uitzoeken maar doordat het hier ook al flink geregend had, hadden veel plekken meer weg van een flinke modderpoel voor een troepje gezellig wroetende varkens dan voor een tent. Uiteindelijk vonden we een min of meer droog lapje waar we precies op pasten met onze tent. Het hele terrein was een mengelmoesje van uitgebouwde caravans en kampeerplekken, zodat we het gevoel hadden op een soort veredelde volkstuin beland te zijn. Ook hier weer veel Nederlanders, maar de ‘huisjes’ waren allemaal van Italianen. En hoewel we ook hier redelijk dicht bij elkaar stonden stoorde het ons in het geheel niet. Niks hete aardappel in de mond, of stiff upperlip, zoals de Engelsen zeggen. Gewoon gezellige mensen die je fatsoenlijk groeten en je dan weer met rust laten. Onze overbuurman leek zo sprekend op de vader van een van onze schoonzoons dat ik vroeg of ze soms Friese roots hadden. Ja hoor! 100% zelfs. Maar ondanks de sterke gelijkenis, zelfde twinkeling in de ogen en, zoals later bleek, dezelfde humor was er van enige bloedband toch geen sprake.

Om negen uur zaten we met een bordje snelle pasta op schoot, wachtend op de regen die voorspeld was. Maar die bleef uit. Tenminste, tot we gingen slapen…

P.S. Geen foto's, de verbinding is niet alleen heel slecht hier maar we hebben er ook geen gemaakt deze dagen 😁



2 opmerkingen:

  1. Haha.....dubbelganger van Elek? Heel vreemd is dat, ook wij hebben dat gehad in Frankrijk, een dubbelganger van onze jongste zoon, zo'n aparte gewaarwording!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, heel raar. Vooral als alles hetzelfde is: manier van bewegen, intonatie, gevoel voor humor...

      Verwijderen

Leuk als jullie hier een reactie achterlaten!