donderdag 27 juni 2024

Woensdag 26 juni – Cotignac: dag 19

Onze nieuwe Duitse overburen hebben heel praktische ideeën. Ze kennen deze streek goed, en met de plaatselijke wijnboeren staan ze helemaal op goede voet. Bij een ervan kun je je eigen flessen laten vullen, zoals wij in het verleden ook vaak deden in Spanje. Maar zij hadden een veel beter plan: ze nemen vandaag de watertank van hun kleine campertje mee en vullen die met wijn! Geniaal. Als ze nu maar niet in de war raken bij het tandenpoetsen of afwassen 😁

Onze eerste gang vandaag is naar de Cascade van Sillans, oftewel een waterval. Nu hebben wij niet zo heel veel met watervallen, in tegenstelling tot veel andere mensen, maar het staat hier te boek als – daar is ie weer – een must see. En aangezien we in de buurt waren namen we hem maar even mee. Er was meer dan genoeg parkeerruimte, wel betaald natuurlijk. Er liep een afgebakend pad naar het wonder van het vallende water, dat verder was dan we dachten. Je moest ook een aardig stukje afdalen over een keiig pad, met regen zal het glad zijn. Maar dan hoef je er niet heen want dan heb je al vallend water zonder dat je er een stap voor hoeft te zetten. Gelukkig waren er ook stukken met traptreden, en net als onze jongste kleindochter altijd doet begon ik ze te tellen. Helemaal betrouwbaar is de uitkomst niet, maar ergens tussen de 80 en de 100 zal wel kloppen. Intussen was het behoorlijk warm aan het worden, want ja, we waren weer laat. Ik denk dat het tegen half twaalf was toen we beneden kwamen. De waterval zelf was, tja, een waterval, maar wat het interessant maakte was het helblauwe meertje eronder waar het allemaal in terecht kwam. We bleven er een tijdje naar staan kijken en toen kwam het onvermijdelijke moment: we moesten terug. Naar boven. Al die treden op, in de hitte. Want schaduw hadden we haast niet meer, en adem ook niet (hoewel, dat laatste is niet waar, we konden het prima redden). Parkeren kostte €1, en het was nog een hele toer om dat betaald te krijgen. De instructies hingen namelijk op kabouterhoogte en je moest diep door de knieën om ze te kunnen lezen. Kortom, we hadden onze workout voor vandaag gehad.


De tweede hotspot van vandaag was, ik schreef er gisteren al over, de Cathédrale Souterrain in Saint-Martin-de-Pallières. Met behulp van onze kaart én een beetje van Google reden we ernaartoe. Dat deden we via een mooie binnenweg waarbij we o.a. het dorpje Varages passeerden. Het zag er heel gezellig uit, er waren twee grote terrassen en een ervan hoorde bij een restaurantje genaamd ‘La Provençale’. Daar wilden we best een hapje eten, de middagkaart zag er authentiek Frans uit. Er was zelfs een tafeltje vrij, dus we gingen direct zitten. Nou, dat duurde niet lang: de madame kwam langs en gaf ons te verstaan dat we véél te laat waren. Tot half twee, ok, dat kon nog, maar het was nu kwart voor en dan vis je gewoon achter het net. Omdat we toch iets wilden drinken verplaatsten we ons naar het andere terras en daar waren we gelukkig wel welkom, zij het alleen voor een drankje. Van verre zagen we het bijbehorende kasteel al boven op een bergtop, het torende overal boven uit. Na heel wat haarspeldbochtjes en bijna-botsingen doordat het weggetje veel te smal was voor twee passerende auto’s, kwamen we bij een onverhard pad waar iemand zelfgemaakte bordjes had opgehangen waar ‘Parking’ op stond. We reden een flink stuk het bos in, tot we weer zo’n bordje tegenkwamen dat ons rechtsaf een ander pad in liet slaan, en dát kwam weer uit op een weiland. Aantal auto’s: 0. We waren de enigen. We liepen een stuk terug, in de hoop iets van een aanduiding over bezoekmogelijkheden te vinden. Die waren er wel, maar allemaal tegenstrijdig. Op de site hadden we ook al geen samenhangende informatie kunnen vinden, en hier was het dus niet veel beter. Je kon er alleen op telefonische afspraak in, op donderdag, volgens het ene bordje. Je mocht je alleen aanmelden als je met tenminste vier personen was, ander bordje. Het was gesloten, weer een ander bordje. Kortom, we konden zowel het onderaardse gebeuren niet zien als het kasteel zelf. Maar niet getreurd, het was een heel schilderachtig en pittoresk plaatsje waar we een hele tijd rondgelopen hebben en vele mooie plaatjes konden schieten. De hitte begon wel hand over hand toe te nemen, en de airco van de auto lonkte. We besloten terug te rijden via de kleine, landelijke weggetjes die je hier in overvloed hebt. Hoe het precies kwam weet ik niet, maar we raakten verzeild ergens op een berghelling op iets dat de naam ‘weggetje’ onwaardig was. Het asfalt, wat er vermoedelijk ooit wel gelegen had, was grotendeels weggeslagen. Daardoor waren niet alleen grote gaten ontstaan, maar ook scherpe randen. En als het nou een kilometertje was, ok. Maar het duurde eindeloos. (Martin, als je meeleest: rij dit weggetje NIET!). Uiteindelijk kwamen we zomaar uit in Barjols, waar we nieuwe wijn insloegen om deze hachelijke onderneming te boven te komen. Je moet wat.






Wat zou het verhaal hierachter zijn?


Bij de tent vertelden onze overburen dat zij vroeger met hun kinderen altijd gewoon zwommen in het meertje onderaan de waterval. Niks aangelegd en afgeschermd pad. Ik weet niet of dat waar is. Zij zeggen ook dat ze water in wijn kunnen veranderen. Eerst zien, dan geloven. Nietwaar?


4 opmerkingen:

  1. Sinds ik alleen op vakantie ga, sla ik alle dorpjes, gebouwen etc. systematisch over. Maar door jullie foto’s (van afgelopen maandag bijv.), gemaakt met zoveel aandacht voor bijzondere details, zie ik toch weer de schoonheid daarvan. Daarnaast moet ik vaak ontzettend lachen om de manier waarop je beschrijft wat jullie meemaken. Kortom: heerlijk om te lezen, deze blog 😁

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Leuk dat het dan weer nieuwe inspiratie geeft! En wij wandelen juist weer niet, niet te doen voor ons oudjes in de hitte 😅

      Verwijderen
  2. En toen stond hij er 2x??? Geen idee hoe ik hem kan weghalen. Sorry!!

    BeantwoordenVerwijderen

Leuk als jullie hier een reactie achterlaten!