dinsdag 11 juni 2024

Zaterdag en zondag 8 en 9 juni - dag 1 en 2: Groningen – Hassfürt; Hassfürt – Stara Fuzina (Slovenië)

 Dag 1.

Wat is er zo fijn aan een eerste vakantiedag? Uitslapen. Wat deed ik op die eerste dag? Me verslapen. Juist.

We hadden de wekker gezet om 7.30, dat gaf ons ruim de tijd om rustig wakker te worden en koffie te drinken voor we rond 9 uur zouden vertrekken. Om 8.10 schrok ik wakker. Hoe kon dat nu? Een snelle check op mijn telefoon (wie gebruikt er nog een ouderwetse wekker?) leerde dat ik de tijd niet had ingesteld op 7.30, maar op 8.30. Dat heb je als je moe bent, dan gaat het wel eens mis. Gelukkig had Bert zijn ingebouwde wekker gevolgd, hij zat dus al beneden aan de koffie. Omdat we alles de dag ervoor al in de auto hadden gezet, op een paar kleine dingen na, reden we toch keurig om 9.05 weg.

Het was rustig. Wat wil je, zaterdagochtend, het enige wat je tegenkomt zijn ouders met kinderen die naar voetbal moeten. Dat weet ik natuurlijk niet zeker, het is een aanname. Of een mening. In elk geval niet wetenschappelijk onderzocht en dan moet je uitkijken tegenwoordig. We kachelden rustig naar de Duitse grens alwaar het gaspedaal wat dieper ingedrukt kon worden. Veel vermeldenswaardig is er verder niet te noemen, de reis verliep voorspoedig en zonder oponthoud. We hielden twee keer een korte pauze en om half vier precies reden we het erf op van ons onderkomen: Stützenmühle, in Hassfürt. Midden in het Beierse land, en ook middenin het overstromingsgebied dat het land afgelopen week parten speelde. De dame die ons verwelkomde wees even aan hoe hoog het water vorig weekend had gestaan: ongeveer 1.20 m. Normaal gesproken kwam het niet verder dan zo’n 70 cm. Je zag er nu niets meer van, zo snel was het weer gezakt. Net als de vorige keer kregen we een kamer beneden, met terrasje en een megagrote badkamer. Toch gingen we aan de voorkant van de boerenhoeve zitten, waar een leuk zitje was. Het was allemaal goed geregeld, er was een gekoelde kast waar je zelf drankjes uit kon pakken en tot Berts grote vreugde stonden er ook donkere biertjes in. Ik nam een glaasje witte wijn uit de fles die al open was. Allemaal plaatselijk gebrouwen dan wel geproduceerd. Om half zes reden we richting
Königsberg, het stadje met karakteristieke vakwerkhuizen uit de 18e en 19e eeuw. Wat we ons van vorig jaar nog goed herinnerden waren de klimrozen in alle kleuren die de straten een vrolijk accent gaven. Ook nu was het weer een kleurrijk geheel. We aten een hapje in restaurant Herrenschenke, waar we voor een glas kraanwater €3,50 moesten neertellen. Overal krijg je dat tegenwoordig gratis, maar niet in Duitsland. Tja.

Uitzicht vanuit onze kamer










Na een simpel ontbijt – we hadden verzocht ons alleen brood met boter en jam te serveren, de enorme schaal vlees- en kaaswaren was niet aan ons besteed – reden we de volgende ochtend om negen uur weg. We hadden een langere rit voor de boeg dan gisteren. En nee, deze keer had ik me niet verslapen. Ik was wakker voor de wekker ging.



Dag 2.

Het is maar goed dat je niet alles van tevoren weet. Zo wisten we niet dat we volledig vast zouden komen te staan op de Tauern Autobahn, wat twee uur vertraging opleverde. Ook wisten we niet dat er zoveel regen in korte tijd zou vallen dat de snelweg van Wenen naar Graz afgesloten moest worden. Alleen hadden we daar niet mee te maken omdat we daar niet langs gingen. Met de regen wel, het kwam met bakken uit de lucht en we moesten bijna stapvoets rijden. Er waren ook dingen die we wel wisten, namelijk dat je tol moest betalen. In Oostenrijk hadden we een dagkaart nodig, voor Slovenië een weekpas, voor de Karawankentunnel moest ook flink betaald. Later bleek ook de Tauern Autobahn nog een leuk bedrag te rekenen: €16. Dat is nogal wat voor het in de file staan. Maar goed, het moet ook allemaal onderhouden worden en dat kost wat. Behalve voor die laatste had ik de vignetten allemaal online kunnen bestellen. Dat had ik gisteren pas gedaan, je weet tenslotte nooit hoe de zaken lopen. Het is wel heel handig, die digitale vignetten. Bij de Karawanken hoefden we bijvoorbeeld niet in de rij te staan voor een kaartje maar konden we zo door de snelle poort, de slagboom opende automatisch voor ons. Overigens is het ook wel een uitdaging om uit te vinden waar je niet teveel betaalt. Voor het weekvignet in Slovenië kwam ik in eerste instantie uit bij twee bedrijven die €25 rekenden. Dat leek mij teveel, en na wat verder zoeken kreeg ik het voor de officiële prijs van €16. Er zijn altijd mensen die er een slaatje uit willen slaan. Geldt overigens ook voor de stickers die je voor Duitsland en Frankrijk nodig hebt, ga niet met de eerste de beste hit op Google in zee.

Uiteindelijk kwamen we pas om 19 uur aan bij onze vrienden in Stara Fuzina, het kleine dorpje aan het meer van Bohinj (zie voor meer informatie over deze vriendschap ons blog van 2023, dag 2 en verder). We werden natuurlijk weer hartelijk onthaald, en Marija was dolgelukkig met de twee potten appelstroop die we voor haar hadden meegebracht. Nog blijer werd ze toen we steeds meer potten tevoorschijn toverden tot er tien op tafel stonden. Het is hier niet te krijgen en ze zijn er dol op. Ze zette ons een complete maaltijd voor bestaand uit soep met brood, gebakken worstjes, gebakken kaasplak die we allebei niet op konden, sla uit eigen tuin, een salade van hardgekookte eieren met bieslook en een bak vol frietjes. We spoelden het weg met bier en zelfgemaakte vlierbessenlimonade. Op ons inpandige terras dronken we nog een glaasje witte wijn om de dag in stijl af te sluiten, uitkijkend over de daken van het dorp en de bergen. Ik kom daar helemaal tot rust, kan er uren blijven zitten mijmeren. Net voordat we geheel gevloerd waren lagen we in bed. Soms is het maar beter om niet te weten hoe de dag zal verlopen, het was toch eind goed al goed.


Dit gebouwtje heeft Bert jaren geleden eigenhandig in de carbolineum gezet 

Uitzicht vanaf onze overdekte veranda


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Leuk als jullie hier een reactie achterlaten!