We liepen een leuk klein winkeltje binnen, met allemaal lekkernijen uit de regio. De merguez grijnsten ons toe, en we kochten het laatste pakje dat er nog lag. Samen met twee kleine verse geitenkaasjes hadden we zo al de helft van ons avondmaal te pakken. Alleen, het was zoals gezegd erg warm, en om die worstjes nu in de zon al voor te laten garen leek ons geen goed idee. We vroegen dus of we het even mochten laten liggen tot we naar huis zouden gaan; geen probleem. Mooi, goed geregeld. Verderop in de straten stonden de terrassen breed opgesteld, en een snelle blik op de krijtborden die om aandacht schreeuwden leerde ons dat de prijzen hier behoorlijk aan de bovenkant van het normale prijsniveau lagen. Aangepast aan het gemiddelde jaarinkomen van de autobezitters. Maar ja, wat wil je ook, het aanwezige publiek keek waarschijnlijk niet op een eurootje meer of minder. Wij, nog van de generatie dat je altijd moet kijken of het goedkoper kan en of je wel waar voor je geld krijgt, liepen maar snel door. Na een klein uurtje moesten we terug omdat de winkelmeneer ging sluiten, en dan zouden we onze merguez op de buik kunnen schrijven. Net voor we ze ophaalden zagen we aan de overkant van het plein een boucherie/charcuterie. Zouden ze daar nog wat extra merguez hebben voor ons? Ja hoor, en ook nog een lekker lokaal product dat leek op salami maar de vorm had van een klein Edammer kaasje. Net op tijd haalden we de andere boodschappen op, en voor een betaalbaar bakje koffie én twee baguettes vervoegden we ons bij de plaatselijke bakker. De koffie kwam in kartonnen bekertjes maar smaakte prima.
Terug bij de tent lunchten we met brood en de Edammer salami. Die was zo keihard dat we er bijna een bijl voor nodig hadden om hem aan te snijden, maar hij smaakte uitstekend. Dat vonden die mieren ook, die niet wisten hoe gauw ze zich moesten melden toen er een stukje op de grond gevallen was. Een hele troep verzamelde zich op de grond, om een ieniemienie stukje salami van 2² mm aan te vallen. Na de lunch schreef ik aan mijn blog en Bert dook in zijn boek (De wereld op zijn kop, van Benjamin Moser. Hij heeft het inmiddels uit.). Tegen de avond bakten we de merguez van de slager, de anderen lieten we liggen voor morgen. Met de tomaatjes die we nog hadden uit Italië maakten we een salade en kwamen tot de conclusie dat we eindelijk weer wisten hoe tomaten eigenlijk smaken. Na het eten, bij een bak koffie, keken we uit op een dieprode avondlucht. Wat een plek. Nu alleen nog even weten hoe dat moet, goud uit je mond laten vloeien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Leuk als jullie hier een reactie achterlaten!